Een dag zonder fittie is een dag niet geleefd

De weersvoorspelling van 29 graden zorgde al voor een kribbig gevoel. Het liefst blijf ik met die hitte thuis, maar de verplichting riep, dus moest ik eraan geloven. De laatste jaren kan ik slecht tegen warm weer. Op zo’n dag is mijn lontje kort en zijn mijn tenen lang.

Voor een afspraak moest ik in Enschede zijn. Het was die dag erg warm, dus voor vertrek nog even een ei op de motorkap van mijn auto gebakken. Na het bikken van mijn uitsmijter vertrokken. Ik was al aan de late kant, toen ik zag dat de tank bijna leeg was. Het tanken ging vlot, het afrekenen wat minder. Zo’n gast voor mij had waarschijnlijk zijn spaarvarkentje stukgeslagen. Hij betaalde met muntgeld. Heel veel muntgeld. Oké, even tot 10 tellen… Terug in de auto zag ik dat ik nog een half uur had. Een stuk rijden en een parkeerplek zoeken, dat moest lukken. Gasje erbij en maar hopen dat ze niet stonden te flitsen.

In Enschede aangekomen, druk zoeken naar een parkeerplaats. Overhaast sjeesde ik langs een vrije plek. Verderop een straat in gedoken en draaien met die handel. Sta ik net weer voor rechtsaf, wil zo’n type Donnie Bon Jovi, beetje popi jopi, in z’n scootmobiel mij links inhalen en wil zo voor mijn auto langs, rechtsaf schieten. Dat dacht ik dus niet hè! Ik kon net een aanrijding voorkomen, maar hij was kwaad op mij. Dat werd dus een fittie. Raampje van de auto open, flink op elkaar bek’n en angoan. Op z’n Enschedeeeeees zei hij: ‘ie moet uut oene dop’n kiek’n’, dom wief. Ik zei: ‘Jij staat aan de verkeerde kant van mijn auto, met je achterlijke bierkrat op wiel’n’.  Hij wenste mij een ziekte toe, ik hem jeuk en te korte armen. Heel gezellig allemaal. De Benidorm Bastard vervolgde zijn weg en ik claimde alsnog de vrije parkeerplek. De tweede keer die dag tot 10 geteld…

Vier minuten vóór mijn afspraak wandelde ik het kantoor binnen. Met klotsoksels en het zweet in mijn bilnaad probeerde ik een koele plek te vinden. Dat hadden meer mensen bedacht. In de wachtruimte was op dat moment Pools de voertaal. Eigenlijk verwachtte ik dat iemand mij een blik Klok bier zou aanbieden, maar helaas.
Ik werd opgehaald en op de verdieping aangekomen zag ik bij de koffieautomaat een vent in korte broek. Dat moest even landen hoor. Op kantoor een korte broek! Dat is op mijn werk ten strengste verboden. Met die korte broek en benen met de kleur van een laken nog op mijn netvlies, ben ik mijn afspraak ingegaan. Het gesprek verliep aardig, maar ik bleef last houden van die traumatische ervaring.

Op de terugweg richting mijn auto zag ik een rat over straat lopen. Het beestje had een rood shirtje aan, met daarop het het logo van FC Twente. Die was vast ontsnapt uit de Grolsch Veste. Ik dacht dat ze daar alleen iets met pony’s deden, maar blijkbaar zijn ze daar van alle (vee)markten thuis. Nou proeven jullie waarschijnlijk mijn antipathie tegen dit cluppie, maar ik kan er nu niet verder op ingaan. Dat verhaal verdient een geheel eigen blog. Wie weet dat ik jullie ooit meeneem in de wondere wereld van dronken en doorgesnoven ‘(uit)supporters’ en het bijbehorende apengedrag.

Al klotsend bij de auto aangekomen, heerlijk de airco naar standje ijsbeer gedraaid en de radio aangezet. Even afkoelen en ontspannen. De terugreis was in ieder geval een stuk relaxter. Zelfs toen UB40 met Rat in mi kitchen op de radio kwam, kon ik uit volle borst meezingen. Zolang dat knaagdier maar niet in mijn keuken verschijnt.

Kom ik na deze, officieel in de boeken genoteerde niet-voor-herhaling-vatbaar-dag eindelijk thuis, wat denk je? Staat de rits van mijn broek open. Ik kijk naar beneden en stel hardop de vraag: ‘hoe lang sta jij al open?’

Vindt jij het leuk om op de hoogte te worden gehouden van mijn (nieuwe) blogs? Laat dan een reactie achter bij één van mijn verhalen. In dat veld kan jij aanvinken dat jij op de hoogte wilt blijven van berichten/reacties.

5 gedachten over “Een dag zonder fittie is een dag niet geleefd”

Plaats een reactie