Kent je dat? Een spleetje tussen de tanden. Madonna bijvoorbeeld heeft die van haar behouden. Bij mij was het eindelijk klaar. Dat fietsenrek moest maar eens wijken.
Mijn leven lang heb ik een haat-liefde verhouding met mijn diasteem. Of anders gezegd, het spleetje tussen mijn tanden. Af en toe vervelend wanneer je slist en soms pijnlijk doordat hard voedsel tussen mijn voortanden terechtkomt. Maar er ook vaak lol om gehad. Hoe grappig is het om via mijn voortanden water naar buiten te spuiten alsof het een volwaardige fontein betreft. Tegen mijn ‘straal’ kan Manneke Pis niet op.
Lange tijd heb ik getwijfeld over het wel of niet laten fiksen van mijn voortanden. Ik ben niet het type vrouw die veel aandacht aan haar uiterlijk besteedt. Comfort staat altijd bovenaan. Kleding moet vooral fijn zitten. Ook al is het nog zo’n leuk truitje; jeukt of kriebelt het of is het een zweterig ding, dan wordt het ritueel verbrandt. En make-up is op mijn 50e nog steeds in de experimentele fase. Mijn grote angst voor de tandarts hielp mij ook niet echt om door te pakken. Maar ja, altijd je tanden verbergen als je lacht, dat is ook niet wat. En op de foto altijd mijn mond gesloten houden, dat levert ook niet het beste beeldmateriaal op.
Als kind hadden wij de beul uut Vjenne als tandarts. Nou… geloof me, dan begin je al met een achterstand. Daar lag je hoofd nog net niet op een hakblok. Dat kregen mijn ouders ook in de gaten en gelukkig kwamen wij daarna bij Hilly terecht. Een toffe knakker die goed met kinderen overweg kon. Hij had overal in zijn praktijk kikkers hangen, staan en liggen. Bij een behandeling had je altijd wel een kikker in de smiezen en dat zorgde voor afleiding. Tot aan mijn 45e bleven wij elkaar trouw, maar toen ging hij met pensioen. Echt, dat voelde als een persoonlijk drama. En wat nu? Mijn eerste gedachte was: ‘dat was het dan, ik ga nooit meer naar een tandarts. Ja misschien nog één keer, voor een kunstgebit. Trek die hele zooi er maar uit.’
Na wat omzwervingen kwam ik uit bij een wat commerciëlere kliniek bij ons in de wijk. Bij de inschrijving gemeld dat mijn ‘nieuwe’ tandarts een soort van knuffelkonijn moest zijn. Liever geen ijskonijn zoals een Sigrid Kaag bijvoorbeeld. De baliemedewerkster koppelde mij aan een jonge vent met een Duits accent. Het klikte gewoon niet. Het zweet stond me elke keer blank in de bilnaad en dan moest de controle nog beginnen. Na 45 jaar bij Hilly nooit opmerkingen te hebben gehad, kreeg ik van herr Flick te horen dat ik niet goed zou poetsen. Hij ging daar dan lang op door en verwees dan altijd naar de interne mondhygiëniste. Wanneer de controle klaar was en ik weer buitenstond, dan had ik het idee dat er mos tussen mijn tanden groeide. Ik werd er gewoon onzeker van. Met tips en tricks over onderhoud van mijn gebit was ik misschien geholpen geweest, niet met de autoritaire en commerciële houding van Flickie.
Vorig jaar kwam ik bij een tandarts terecht die mij een beetje het Hilly gevoel geeft. Rustig, alles goed uitleggend en gewoon vriendelijk. Misschien vinden tandartsen de angst van patiënten soms wat overdreven, maar als dat al zo is, laat het dan niet merken. Mijn huidige tandarts geeft mij het gevoel dat ik word gehoord. Dat geldt ook voor de tandartsassistente trouwens. Voor zover mogelijk voel ik mij redelijk goed tijdens de controles. ‘Zou dit het moment zijn om er eens over te beginnen? Zal ik mijn lang gekoesterde probleem/wens met hem bespreken?’ En ja, dat heb ik uiteindelijk gedaan!
Het traject bestond uit vier afspraken. De eerste keer werd mijn gebit gereinigd. Dat was nodig voor de kleurbepaling van mijn ‘nieuwe’ tanden, wat overigens een soort schildjes zijn voor over mijn eigen tanden. De tweede afspraak was de kleurbepaling en deze stond gepland bij de tandtechnicus een paar kilometer verderop. Blijkbaar met gierende banden die kant op gesjeesd en daardoor een snelheidsbekeuring gefikst. De derde afspraak werd besteed aan gipshappen (graag applaus, want dat ging zonder kokhalzen), het slijpen van mijn vier voorste tanden en het plaatsen van een noodvoorziening. Dat waren twee pittige uurtjes. Met mijn verdoofde mond vroeg ik bij thuiskomst aan hondje Bo of zij wokjes wilde. Brokjes kon ik op dat moment niet uitspreken. Mijn mond hing scheef. Vul zelf maar in hoe dat eruitzag. Tot aan mijn vierde afspraak, drie weken later, liep ik dus met de noodvoorziening rond. De tijdelijke tandjes hadden een nóg grotere spleet. De Anita Meyer look-a-like was geboren. In deze overbruggingsperiode had ik een keer kip-kerrie gekookt. Na de maaltijd bleken mijn neptanden de kleur van de kip-kerrie te hebben aangenomen. Ik wist niet of ik moest lachen of huilen. Poetsen, spoelen en nog vaker poetsen, niets hielp. Uiteindelijk werd met een aantal dagen de kleur wat lichter geel, maar mooi wit is het niet meer geworden. Bij de vierde afspraak was het dan zover. De schildjes werden geplaatst. Een bezoek van ongeveer anderhalf uur, waarin er werd gepast, geplakt, geslepen en gepolijst. Toen na de werkzaamheden een spiegel werd aangereikt, kon ik mijn tanden helemaal niet zien. Door de verdoving kon ik mijn lip niet optrekken. De tandarts hielp mij daarbij, enorm chique allemaal. Maar echt, mijn tandjes mogen er zijn. Zo ontzettend blij met het resultaat!
Zie jij binnenkort iemand stralend lachen en verblind zij jouw ogen? Dan weet je het zeker. Dat is Jet die haar tandjes heeft laten doen.
Vindt jij het leuk om op de hoogte te worden gehouden van mijn (nieuwe) blogs? Laat dan een reactie achter bij één van mijn verhalen. In dat veld kan jij aanvinken dat jij op de hoogte wilt blijven van berichten/reacties.
Hilly 🤣🤣
LikeGeliked door 1 persoon
Kipkerrie-tandjes? Mooi verhaal weer Jet!
LikeGeliked door 1 persoon
Wat een heerlijk verhaal om te lezen.
😂😂
LikeGeliked door 1 persoon
heerlijk weer dit. haha…🤣
LikeGeliked door 1 persoon